Ik zag net een documentaire over de tweede wereldoorlog. En zoals gewoonlijk riep dat allerlei dingen bij me op. Ten eerste dat er in die tijd, voor m’n gevoel lang geleden, al een enorme hoeveelheid ‘stuff‘ was, dat de mensheid in 1945 en ver daarvoor al heel veel dingen kon maken. Auto’s, vliegtuigen, radio’s, televisie geloof ik nog niet, licht, radar, en ja, bommen en geweren en pistolen en zelfs atoombommen.
Enola Gay
En ten tweede dat aan het einde van de tweede wereldoorlog heel veel steden grotendeels vernietigd waren. En ten derde dat we nu meer dan vijftig jaar verder zijn en dat we er als mensheid op de een of andere manier niet in slagen om de welvaart, om alle spullen die we kunnen maken en die denk ik bijna iedereen graag wil hebben op de een of andere manier niet goed kunnen distribueren.
En ik snap dus niet zo goed dat we, of liever gezegd vooral de Verenigde Staten, in de tweede wereldoorlog, in circa vijf jaar tijd een enorme hoeveelheid vliegtuigen, bommen, auto’s, vrachtauto’s en wat niet al konden produceren voor alleen oorlogsvoering. En dat we er dus in 2013 niet eens in slagen om alle mensen in de wereld van voedsel te voorzien, laat staan van dingen voor dagelijks gebruik zoals een koelkast of fietsen of motorfietsen of auto’s. Dat is toch raar?
En nee, ik weet ook niet hoe het moet. Ik weet alleen dat ik heel erg m’n best gedaan heb om m’n werk goed te doen eind tachtiger jaren en de negentiger jaren van de vorige eeuw. En de eerste paar jaar van deze eeuw. Maar dat dat de dingen die ik deed niet door m’n bazen of klanten op prijs werden gesteld. En dat ik sinds 2004 m’n best heb gedaan om Active Discovery Designs op te bouwen, zowel voor klanten als om fatsoenlijk betaald werk naar de Filipijnen te brengen. En dat dat dus zowel door klanten als door werknemers niet op prijs werd gesteld. En dat ik dus nu onder andere bijna een jaar bezig ben met het project Inspiration for Success, een project om mensen te inspirereren en ja, de wereld te verbeteren. En tot nu toe dus nog met weinig resultaat.
En ik heb tijd, want op dit moment dus niet zoveel klantenwerk. En ik woon in een fantastisch huis dat ik graag wil delen. En dat ik en m’n partner dus met de kerst ook gedeeld hebben. En wat ons dus weer duizenden of tienduizenden pesos heeft gekost. Wat we dus niet hebben. En dat we de mensen niet eens een fatsoenlijk onderkomen met fatsoenlijke bedden en een net huis konden bieden. En dat komt dus allemaal omdat er nauwelijks geld binnenkomt.
En ja, geld is een fantastisch ruilmiddel. En ik wilde altijd rijk worden, rijk zijn, en dat wil ik nog steeds. Maar eigenlijk wil ik geen geld, ik wil gewoon een rijk leven. En voor mij betekent een rijk leven gewoon in m’n dagelijkse levensonderhoud voorzien, eten, ’s avonds wat snacks, één of een paar keer per week vrienden bezoeken, in het weekend af en toe naar het strand, één of twee keer per jaar een paar weken met vakantie en eigenlijk is het dat wel zo’n beetje. En voor veel mensen klinkt dit denk ik als een bijzonder rijk leven, als een leven waarin je enorm veel geld moet hebben of verdienen. Maar volgens mij is dat iets wat we gewoon elkaar vertellen, gewoon wat we elkaar verteld hebben, gewoon wat onze ouders ons verteld hebben. En iets wat 90% of 95% van de mensen in Nederland geloofd.
En in de Filipijnen geloven mensen andere dingen. Filijpijnen geloven dat de Filipijnen een ontwikkelingsland is. En in zekere zin is dat ook zo. Maar het is vooral zo omdat bijna alle Filipijnen dat geloven. Tenminste, zo zie ik dat, en als buitenstaander denk ik dat je dat soort dingen makkelijker ziet dan als je deel uitmaakt van een cultuur, opgegroeid bent in een bepaalde cultuur of land. En omdat de meeste Filipijnen geloven dat de Filipijnen een ontwikkelingsland is en dat veel Filipijnen arm zijn, zijn veel Filipijnen dus arm.
En zo heeft dus elke cultuur, elke generatie dus dingen die waar zijn, waar worden omdat mensen in die cultuur, in die generatie dat geloven.
Dus om dingen te verbeteren, om dingen anders te doen, om iedereen op de wereld voldoende eten, een koelkast, een stofzuiger, een huis, een motorfiets en een auto te geven, moeten we dus eerst geloven dat dat kan. En ik geloof dus dat dat kan. En ja, ik weet dat er mensen zijn die zich zorgen maken over het milieu en zo. En dat er volgens bepaalde mensen niet voldoende grondstoffen of olie of wat dan ook is om alle mensen te voorzien van bijvoorbeeld een auto of een televisie. Maar volgens mij klopt dat niet. En volgens mij stond in de tweede wereldoorlog daar ook niemand bij stil. Mensen geloofden dat de Duitsers en de Japanners slecht waren en dat die dus bevochten moesten worden. En dus werden er vliegtuigen, schepen, bommen en wat niet al gemaakt om die slechte mensen te bevechten. En volgens mij gebeurt dat nog steeds. De Amerikanen vechten nog steeds in Afghanistan en waar niet al En ik hoor nooit iemand klagen over de milieuverontreiniging die al die bommen en zo die ze daar gooien creëert.
En wat betreft milieuverontreiniging vind ik Nederlanders en Europeanen en misschien ook Amerikanen ook wel erg hypocriet. In Europa moeten auto’s aan de hoogste mileueisen voldoen wat betreft uitstoot van wat niet al. En daar wordt enorm veel tijd en geld en energie aan besteed. Nou, dan moet je hier maar eens komen kijken wat één Jeepney aan uitstoot kan genereren met afgeschreven motoren uit bijvoorbeeld Japan en andere zogenaamde ontwikkelde landen. En Europeanen besteden dus honderden of misschien wel duizenden Euro’s per auto aan het verbeteren van de uitstoot van auto’s in Europa, terwijl je met hetzelfde geld hier wellicht tientallen Jeepney’s zou kunnen verbeteren en het honderdvoudige of misschien wel duizendvoudige effect kunt bereiken wat betreft ‘milieu’. En dat geldt natuurlijk voor veel meer dingen.
Dus geld genoeg. En ook hier weer, het gaat om hoe het verdeeld wordt, hoe de energie verdeeld wordt, het geld verdeeld wordt, de inspanning verdeeld wordt om het gewenste effect te bereiken. En die energie, dat geld, kun je naar mijn idee dus beter hier of in andere zogenaamde ontwikkelingslanden gebruiken om allerlei dingen te verbeteren. En te beginnen met voldoende eten voor de mensen en fatsoenljike opleiding voor de kinderen. En dat laatste is misschien wel het belangrijkste probleem in landen als de Filiipijnen, de beschikbare opleidingen en het aantal kinderen dat opleidingen kan volgen. En misschien nog belangrijker iets als ‘educatie’, het verbeteren van de algemene ontwikkeling. Want als je dus hier als kind in een hut zonder water opgroeit heb je dus een heel ander wereldbeeld dan een Nederlands kind dat in een ‘gewoon’ Nederlands huis woont. En dan weet je dus ook heel veel dingen niet, gewoon omdat bepaalde dingen in jouw omgeving er gewoon niet zijn. En de ouders weten dus ook heel veel dingen niet die voor Nederlanders heel gewoon zijn. En dat gebrek aan educatie creéert dus enorm veel inefficiency waardoor het leven hier dus voor iedereen, ja, ook voor de armste mensen, heel duur is, ik durf zelfs te zeggen duurder dan in Nederland. Gewoon door de cultuur, gewoon door het lagere niveau in algemene ontwikkeling.
En nee, ik weet dus niet hoe het moet, hoe we de welvaart beter kunnen verdelen in de wereld. En ja, ik heb ideeën genoeg. En ja, ik heb ook tijd. Dus misschien, als je de wereld wilt verbeteren, op wat voor manier dan ook, stuur dan eens een e-mailtje naar guus@inspiration-for-success.com. Misschien kunnen we samen meer bereiken dan jij in Nederland, alleen, en ik in de Filipijnen, alleen.
En in en kort na de Tweede Wereldoorlog konden we het dus wél. Dus waarom nu niet?