Nog steeds gek dat ik nu pas een beetje begin te begrijpen hoe je dingen in het leven kunt bereiken. En ik ben er nog steeds niet, want ik slaag er nu wel steeds meer in een daglijkse planning te maken en ook daadwerkelijk de dingen te doen die ik gepland heb, maar ik kan die praktische dingen nog steeds niet goed toepassen op de grotere doelen die ik in m’n leven heb. En het grootste probleem ligt nog steeds in het betrekken van anderen wat ik wil en in dingen die ik absoluut niet in de hand heb of waarvan ik denk dat ik ze niet in de hand heb.
Maar toch bedenk ik me nu dat ik er ook zo langzamerhand in slaag anderen te betrekken in wat ik wil. Want vandaag kreeg ik een brief van het departement van justitie dat ze mijn klacht, mijn melding haddend doorgegeven aan de recherge. En in dit soort gevallen geef ik ook niet zo snel meer op en blijf ik dingen opvolgen, want ik weet, uit wat ik lees, dat je vaak niet in één keer iets voor elkaar krijgt, de aandacht krijgt die je wilt. Dus ook deze brief zie ik als een soort tussenresultaat, als iets wat waarschijnlijk opgevolgd moet worden. En dat stoort me dus nu niet meer, het hoort gewoon bij het proces.
En dat moet ik Napoleon Hill en ook anderen nageven dat als je iets écht wilt, je gewoon door moet gaan, door moet gaan totdat je je doel bereikt hebt. En ook dat het nastreven van iets als ‘definite purpose‘ heel nuttig is. En dat doet me denken aan de volgende quote:
“Take up one idea. Make that one idea your life – think of it, dream of it, live on that idea. Let the brain, muscles, nerves, every part of your body, be full of that idea, and just leave every other idea alone. This is the way to success.” – Swami Vivekananda.
En ik ben (nog steeds?) geneigd om meerdere dingen te willen om ‘alles’ te willen, maar ik ben veel, veel voorzichtiger geworden met het wijzigen van doelen en het toevoegen van doelen. En mijn levensdoel, of eigenlijk doelen, zoals ik die in m’n desire document geformuleerd heb verander ik denk ik niet meer, ondanks dat dat soms verleidelijk is, vooral als dingen nog niet zijn zoals ik wil.
Maar ik merk steeds meer dat er enorme krachten loskomen als je bij je doelen blijft, ze niet verandert, ze continu probeert te versterken, op wat voor manier dan ook. En af en toe voel ik die kracht niet, dat ‘desire‘ niet als ik m’n desire document lees. En ja, dat doe ik hardop en nee, niet meer elke dag. Maar als ik het doe vallen meestal alle dingen die me bezighouden, positief of negatief, ergens op hun plaats binnen de structuur van de doelen en het geven van dat document. En dan worden dus ook de uitdagingen en de tegenslagen dingen die m’n doelen kunnen ondersteunen. Want in alles zie ik dan opeens mogelijkheden om dichter bij m’n doelen te komen, om m’n doelen te bereiken.
En ook kleinere doelen die ik bereik of resultaten zoals die brief van het departement van justitie die ik kreeg beginnen me enorme kracht te geven. Want ook van al die kleine of minder kleine dingen die ik deed en doe zie ik steeds meer hoeveel impact die kunnen hebben. En heel veel dingen zie je dus niet, maar sommige dingen wel. Ik zag bijvoorbeeld dat iemand uit het management team van Smart mijn LInkedIn profiel had bekeken. En ik weet dat ik zijn profiel heb bekeken, dus dat zou de reden kunnen zijn. Maar ik heb ook twee brieven aan de CEO van Smart geschreven, dus hij zou mijn naam ook daarvan kunnen kennen.
Dus ja, ik zie steeds meer hoe dingen samenhangen en hoe allerlei ogenschijnlijk kleine dingen samen enorme krachten kunnen losmaken.
En dat was waar ik aan dacht toen ik dit bericht begon. Iets wat ik eigenlijk best wel vaak denk: als ik dit allemaal geweten had toen ik twintig was of zo had ik er nu heel anders voor gestaan. Dan was ik wellicht rijk en had ik meer dingen gedaan die ik graag had willen doen en nu niet gedaan heb omdat ik niet wist hoe ik ze zou moeten doen.
Maar ik weet ook dat je op je vijftigste nog zeker dertig jaar voor je hebt. En dan komt het gezegde van Tony Robbins bij me boven, dat een mens vaak overschat wat hij in een jaar kan doen en vaak onderschat wat hij in tien jaar kan doen. En ik heb er nog dertig. En als je zestig bent heb je er nog twintig.
En mijn oma is zesennegentig geworden, dus de hiervoor genoemde jaren zijn nog aan de lage kant.
En dat doe ik dus vaak, denken in termen van tien jaar en ‘de rest van m’n leven’. En dan is dus opeens alles mogelijk.