Hij wilde een boek schrijven. Of misschien schrijver worden. Maar hij wist niet hoe dat moest. Hij was al eens begonnen met een verhaal, iets over een locomotief of een trein in de woestijn, maar daar was het bij gebleven. En hij hield niet van gedichten en niet van korte verhalen, maar misschien was dat nu juist waar hij goed in was. En toen kwam hij op een site die ging over ‘schrijver worden’. En de tijd en moeite en planning die het kost om een boek te publiceren, gepubliceerd te krijgen. En daar had hij eigenlijk geen zin meer in, daar was hij eigenlijk te moe voor, nog langer te wachten, nog meer moeite te doen. Maar het idee bleef nu wel hangen en als er een boek zou zijn zou het een boek op papier zijn, niet zo’n online boek waarvan er twintig in een dozijn gaan of zo en die zo makkelijk te maken en te kopiëren zijn. Hoewel dat natuurlijk ook niet waar is, want een goed boek, een goede tekst schrijven is niet zo makkelijk, ook niet als het alleen maar electronisch gepubliceerd zou worden. Maar nee, hij wilde een echt boek schrijven, een echt boek uit laten geven, echt in de boekwinkel liggen. Maar hij wist toch niet hoe dat moest en of hij de moed zou kunnen opbrengen om het gepubliceerd te krijgen. Het schrijven zou niet zo moeilijk zijn, maar volgens de website was het hele proces er achteraan het moelijke, het vervelende, het proces dat doorzettingsvermogen eiste.
Maar het idee bleef. En het eerste boek zou autobiografisch zijn, literatuur zijn. Gek, want hij had altijd zo’n hekel aan literatuur gehad. En hij had nooit begrepen wat mensen nu zagen in de boeken van Jan Wolkers en zo. En nu was hij zelf zo, nu wilde hij zelf zoiets maken, zoiets schrijven. Fictie was niet zo z’n stijl. Hij had geen idee hoe hij een detective of zoiets zou moeten schrijven, maar iets autobiografisch of zo zou misschien lukken, zou hij misschien wel kunnen.
Boek.