Toen ik naar de Filipijnen verhuisde had ik me voorgenomen dat ik er iets wilde halen, het mooie weer bijvoorbeeld en dat veel dingen hier goedkoper zijn en dat salarissen hier lager zijn (om te kunnen concurreren met Nederlanders) en dat ik iets wilde brengen. En bij dat brengen dacht ik vooral aan hoogwaardig werk en hogere kwaliteitsstandaarden en dus indirect meer welvaart voor Filipino’s. En ja, dat mooie weer heb ik inderdaad. En een prachtig huis dat ik in Nederland nooit zou kunnen betalen, dat in Nederland zelfs niet zou kunnen bestaan. Maar al die dingen komen met een prijs en die prijs is veel hoger, oneindig veel hoger, dan ik ooit had kunnen denken. En die dingen brengen bleek oneindig veel moeilijker dan ik me in mijn ergste nachtmerries had kunnen voorstellen.
En hoe langer ik hier ben hoe meer ik ook begrijp waarom het niet werkt, waarom een Nederlander, een buitenlander, hier geen ‘goede’ dingen kan brengen, kan doorvoeren. En de belangrijkste reden is dat Filipijnen, net als Nederlanders, gewoon iets hebben van “Zo doen we het hier nu eenmaal”. En dat is heel raar voor een Nederlander. Want Nederland is natuurlijk een veel rijker, een veel welvarender land dan de Filipijnen. En daardoor is Nederland in de ogen van de meeste mensen, ja ook in de ogen van veel Filipijnen, een ‘beter’ land. Alleen hoe langer ik hier ben, hoe meer ik me realiseer is dat het vooral de buitenlanders, de westeringen, zijn die klagen over de armoede en zo. Dat is ook wat veel van m’n vrienden ook tegen me zeggen, dat ik zoveel klaag over hoe dingen hier zijn. En als ik er goed over nadenk klagen Filipijnen ook niet, of niet zoveel als ik over hoe dingen hier zijn. En klagen Filipijnen ook niet zoveel over armoede en zo.
En ergens klopt dit natuurlijk niet. Ergens ís Nederland natuurlijk ‘beter’ dan de Filipijnen, in ieder geval als je kijkt naar welvaart, en dan ook welvaart in de ruimste zin van het woord, zoals beschikbaarheid van medische zorg voor iedereen en zo. En welvaart ís natuurlijk ook belangrijk, belangrijker dan ‘gevoel’, dan dingen als gelukkig zijn, want als je niets of niet genoeg te eten hebt is dat natuurlijk ‘slecht’.
En ik wil dus nog steeds graag iets doen om hier dingen te verbeteren. En ja, ik geloof ook nog steeds dat Nederland ‘beter’ is dan de Filipijnen en dat de Filipijnen met name op gebied van economie en efficiëncy en zo veel van Nederland of Nederlanders of andere westerlingen kunnen leren. Maar hoe langer ik hier ben, hoe meer ik me realiseer hoe diep die ‘armoede’ gefundeerd is in de cultuur, in hoe mensen hier dingen doen. En dat het dus niet gemakkelijk is om dat te veranderen. Want daarvoor moet je de cultuur veranderen en dat doe je niet zomaar.
En ja, het is zeker ook eigenbelang, maar ik geloof nog steeds, geloof steeds meer dat de beste manier om de mensen hier te helpen een beter leven op te bouwen, grotere welvaart te creëren is om mij, mijn bedrijf meer werk te geven. Want hoe moet ik anders laten zien dat Nederland, dat Nederlanders ‘beter’ zijn als ik zelf niet eens in m’n eigen levensonderhoud kan voorzien?